Soorten bacteriën: onderscheid naar leefomgeving, temperatuur, PH, osmotische waarde en zuurstofspanning


Onderscheid naar leefomgeving

Bacteriën kunnen verschillende eisen stellen aan de omgeving om er te kunnen groeien. Voldoet de omgeving hier niet aan dan zullen bepaalde bacteriën zich niet vestigen of niet groeien. Omgekeerd kunnen gunstige omgevingsfactoren de groei en vermenigvuldiging weer stimuleren.

Onderscheid naar temperatuur

Naar gevoeligheid voor temperatuur zijn er drie groepen bacteriën te onderscheiden:
-  psychofriele bacteriën met een temperatuurbereik van 5° tot 30° Celsius. Deze bacteriën geven problemen bij opslag van voedsel in de koelkast omdat ze bij relatief lage temperaturen nog groeien.
mesofiele bacteriën groeien optimaal tussen 15° en 50° Celsius. De meeste bacteriën behoren tot deze groep en zo ook de meeste voor de mens pathogene     bacteriën die een optimumtemperatuur van 35° tot 40° Celsius hebben.
thermofiele bacteriën waarvan de optimale temperatuur tussen de 50 en 60° Celsius ligt. In hete bronnen worden bacteriën gevonden die kunnen groeien bij temperaturen tot 90 °C.

Onderscheid naar PH

Wat de gevoeligheid voor de  zuurgraad van de omgeving betreft kunnen bacteriën ingedeeld worden als
-        acidogeen is een micro-organisme dat uit voedselbronnen zuur kan vormen, wat de pH dan doet dalen;
-        acidofiel is een micro-organisme dat nog goed kan groeien bij een lage   pH;
-        alkalifiel is een micro-organisme dat goed kan groeien bij een hoge pH (9-11).

De meeste bacteriën groeien bij een neutrale  pH van 7 en kunnen over het algemeen een pH bereik van 5 tot 8 tolereren.

Onderscheid naar osmotische waarde

De  osmotische waarde wordt bepaald door de concentratie opgeloste stof in de omgeving.

Onderscheid naar zuurstofspanning

Naar hun gevoeligheid voor zuurstofspanning worden bacteriën in vier groepen onderverdeeld:
-       aëroob, kan gedijen onder aanwezigheid van zuurstof
-       facultatief anaëroob, kan leven zowel mét als zonder zuurstof
-       micro-aerofiel, hebben wel zuurstof nodig, maar wel in kleine hoeveelheden   
-       anaëroob, kunnen leven zonder zuurstof